Heb je vaker problemen met plassen? Misschien heb je moeite met plas ophouden. Of moet je heel vaak naar het toilet? Dan kan het handig zijn om een plasdagboek bij te houden. Een plasdagboek wordt ook wel een mictiedagboek genoemd. Hiermee houd je bij wanneer en hoeveel je plast. Je huisarts of continentieverpleegkundige kan hier naar vragen.
Wil jij jouw incontinentieklachten in kaart brengen?
Download ons gratis plasdagboek!
Het plasdagboek kan helpen om te bekijken:
De huisarts of continentieverpleegkundige spreekt met je af wat je op de plaslijst invult.
Als je af en toe enkele druppels tot een scheutje urine verliest dan noemen we dit lichte incontinentie, je moet dan denken aan zo’n 25 tot 100 ml urineverlies per vier uur tijd.
Bij matige incontinentie verlies je scheuten urine, je moet dan denken aan zo’n 100 tot 200 ml urineverlies per 4 uur. Naast het urineverlies blijft er ook urine achter in je blaas, waardoor je nog naar het toilet kan gaan om te plassen.
Als je geen controle meer over je blaas hebt en je je volledige blaasinhoud verliest spreken we van zware incontinentie, dit komt overeen met ongeveer tussen de 200 en 300 ml urineverlies per 4 uur.
Het is belangrijk dat je het plasschema correct invult. Maar hoe doe je dat? Wij leggen het je hieronder 4 stappen uit!
Wanneer kan je het plasdagboek het beste invullen? Op een dag waarop je (bijna) de hele dag thuis bent. Zo hebben je altijd alles bij de hand. Wel zo comfortabel.
Wil je gaan beginnen met het invullen van de plaslijst? Dan is het handig om eerst een paar kopieën te maken. Voor elke dag kan je dan een nieuwe kopie gebruiken. Zorg dat je het plasdagboek goed in het zicht legt. Zo denk je er ook aan om het elke keer in te vullen. Ben je van plan om van huis te gaan? Zorg dan dat je een kopie meeneemt.
Ten eerste schrijf je op hoe laat je bent opgestaan. Daarna schrijf je op hoeveel je hebt geplast. Doe dit na elke plasbeurt. Schrijf ook elke keer op hoe laat het is.
Was het niet mogelijk om de plas op te houden voordat je bij het toilet was? Schrijf dit dan ook op, inclusief de tijd. Schrijf tenslotte op wanneer je naar bed gaat. Houd ook bij hoeveel je in de nacht plast.
Hoe weet je nu hoeveel je in totaal plast? Dat kan je gelukkig makkelijk meten. Je kunt je plas namelijk opvangen in een maatbeker! Na het plassen kijk je hoeveel milliliter er in de maatbeker zit. Dit schrijf je op in het plasdagboek. Heb je de hoeveelheid urine gemeten? Spoel de plas dan weer door het toilet. Dit proces herhaal je elke keer dat je moet plassen.
In de meeste gevallen is 3 dagen en nachten genoeg. Het is belangrijk dat je dit goed afstemt met je huisarts. Heb je het plasschema helemaal ingevuld? Dan bespreek je dit met je huisarts. Samen gaan jullie kijken wat er aan jouw klachten gedaan kan worden.
Een plasdagboek voor mannen, een plasdagboek voor vrouwen of een plasdagboek voor kinderen? Ons plasdagboek kan door iedereen worden gebruikt!
Wil jij grip krijgen op jouw incontinentieklachten? Zet de eerste stap en download het plasdagboek!
Heb je behoefte aan aanvullende informatie over incontinentie, bijvoorbeeld over de verschillende soorten incontinentie, of wil je weten wat je eraan kunt doen?
Wees dan niet bang om contact met je huisarts op te nemen. Deze kan je helpen bij het vinden van de best passende behandeling of incontinentiematerialen en kan je eventueel doorverwijzen naar een specialist.